Openbare apotheken verstrekten in 2017 aan 915.000 mensen diabetesmedicatie. Dat zijn er 15.000 (1,6%) meer dan in het jaar ervoor. Deze lichte groei gaat gepaard met toenemend gebruik van de nieuwe langwerkende insuline degludec en van de SGLT-2-remmers dapagliflozine en empagliflozine.
Van de 915.000 patiënten met diabetesmedicatie in 2017 gebruikten 155.000 patiënten alleen insuline of een insuline-analogon en 590.000 mensen uitsluitend een non-insuline antidiabeticum. Daarnaast gebruikten 165.000 mensen zowel insuline als een non-insuline antidiabeticum. De SFK hanteert de term non-insuline antidiabeticum waar voorheen de term oraal antidiabeticum werd gebruikt. De reden is dat een deel van de non-insuline antidiabetica niet oraal wordt toegepast, maar via injecties.
Volgens het stappenplan van het NHG komen mensen met diabetes mellitus type 2 in aanmerking voor het gebruik van zowel een non-insuline antidiabeticum als insuline, als ze niet of onvoldoende uitkomen met metformine in combinatie met een sulfonylureumderivaat. Het aantal patiënten dat beide soorten antidiabetica gebruikt, al dan niet in een vaste combinatie, is in 2017 met 3,2% afgenomen. Het aantal gebruikers van alleen insuline is met 6,7% gestegen.
Degludec
Sinds eind 2014 is de nieuwe langwerkende insuline degludec (Tresiba) op de markt voor de behandeling van volwassenen en kinderen met diabetes mellitus type 1 of type 2. Insuline degludec heeft een extra lange werkingsduur van 42 uur en wordt daarmee als een meer gebruikersvriendelijk product beschouwd.
Sinds de introductie neemt het aantal gebruikers van degludec snel toe. Dat aantal steeg in 2017 met 13.000 tot 33.000. Naast de enkelvoudige variant zijn eind 2016 ook twee vaste combinaties van degludec op de markt gekomen. Het gaat hierbij om de combinatie met liraglutide, een non-insuline antidiabeticum van het type GLP-1-agonisten, en met insuline aspart, een kortwerkende insuline-analogon. Samen zijn deze combinatiepreparaten van degludec nog eens goed voor bijna vijfduizend gebruikers.
Nieuwe generatie
Het aantal mensen dat in 2017 non-insuline antidiabetica van een nieuwe generatie gebruikte, steeg met bijna zevenduizend tot 78.000 personen. Hiertoe behoren de DPP-4-remmers , de GLP-1-agonisten en de SGLT-2-remmers. Ze zijn niet alleen in de handel als zelfstandige producten, het merendeel is ook beschikbaar in een vaste combinatie met metformine.
Van de groei van het aantal gebruikers van de nieuwe generatie non-insuline antidiabetica profiteerden vooral de SGLT-2-remmers dapagliflozine (Forxiga) en empagliflozine (Jardiance). Zij zagen in 2017 hun gezamenlijk gebruikersaantal met zesduizend sterk groeien. DPP-4-remmers blijven met bijna vijftigduizend gebruikers de meest toegepaste middelen binnen de nieuwe generatie non-insuline anti-diabetica, maar hun aandeel is in de afgelopen vijf jaar jaarlijks met gemiddeld 2% afgenomen.