Lagere maximumprijzen, scherper inkopen en beter kijken welke geneesmiddelen tegen welke prijs vergoed worden. Dat zijn drie belangrijke onderwerpen in een nieuw pakket aan maatregelen van minister Bruno Bruins voor Medische Zorg. Doel is de uitgavengroei aan geneesmiddelen te beheersen.
467 miljoen euro minder groei
Alle maatregelen tezamen zorgen uiteindelijk voor een besparing van 467 miljoen euro per jaar in 2022, ten opzichte van de uitgaven aan genees- en hulpmiddelen die nu ruim 6 miljard euro bedragen. Overigens stijgen de uitgaven van genees- en hulpmiddelen deze kabinetsperiode nog altijd met ongeveer een miljard euro, maar door de besparing is deze stijging minder hard. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de opgave van het kabinet om de zorgkosten op de langere termijn onder controle te houden. Tegelijkertijd wordt er op ingezet om innovatie te blijven stimuleren en geneesmiddelen beschikbaar te houden voor patiënten.
Oog voor de patiënt van morgen
Minister Bruins: ‘Er komen in rap tempo nieuwe innovatieve geneesmiddelen op de markt. Dat is geweldig nieuws. Maar deze middelen zijn vaak bijzonder duur, tot meer dan 100.000 euro per behandeling per jaar. We hebben niet alleen te maken met de patiënt van vandaag, maar ook met patiënten van morgen. Om ook die patiënten de beste zorg te kunnen blijven bieden, is nu actie nodig om de stijging van de kosten te beteugelen.’
Modernisering van het geneesmiddelvergoedingssysteem
Alle geneesmiddelen die vanuit het basispakket worden vergoed zijn ingedeeld in ongeveer 500 verschillende groepen. Per groep geldt een maximum bedrag dat vergoed wordt. Deze vergoedingslimiet is voor het laatst herijkt in 1999. De minister gaat het Geneesmiddelvergoedingssysteem (GVS) nu moderniseren door met de blik van 2018 te kijken of de groepen en bijbehorende limieten nog toereikend zijn. Bij sommige groepen van geneesmiddelen zijn de vergoedingen op dit moment mogelijk te laag, waardoor patiënten veel moeten bijbetalen. Bij andere groepen zijn de vergoedingen juist te hoog: omdat er inmiddels veel concurrerende middelen op de markt zijn kan de vergoedingslimiet daar omlaag. Bij deze aanpak wordt ook gekeken naar de mogelijkheid van apothekersbereidingen, bereidingen van geneesmiddelen door de apotheek zelf. Met deze maatregelen wordt 140 miljoen euro per jaar bespaard.
Wet geneesmiddelenprijzen
Voor geneesmiddelen geldt in Nederland een maximumprijs. Deze prijs wordt sinds 1996 bepaald op basis van de gemiddelde prijs in Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. In Duitsland echter zijn de geneesmiddelenprijzen gemiddeld hoger. De minister gaat de wet aanpassen opdat niet Duitsland, maar een ander – met Nederland vergelijkbaar - land met lagere prijzen, zoals bijvoorbeeld Noorwegen, gebruikt wordt om de maximumprijs in Nederland te bepalen. Deze stap moet zorgvuldig worden gezet. Voorkomen moet worden dat fabrikanten, vanwege een lagere maximumprijs, besluiten hun middel niet meer in Nederland op de markt te brengen. De maatregel heeft vooral effect op de prijs van geneesmiddelen waar nog een patent op rust. Geneesmiddelen waarvan het patent verlopen is zijn over het algemeen veel goedkoper dan de maximumprijs, bijvoorbeeld als gevolg van het preferentiebeleid. Deze wijziging levert een besparing op van 160 miljoen euro.
Einde aan hoge bijbetalingen
In het regeerakkoord is afgesproken dat het kabinet maatregelen neemt om de stapeling van zorgkosten te voorkomen. Eén daarvan is de invoering van een maximum van 250 euro voor eigen betalingen van geneesmiddelen. Dit voorkomt dat mensen, zoals nu soms het geval is, per jaar veel moeten bijbetalen voor geneesmiddelen die duurder zijn dan de vergoedingslimiet.
Overige maatregelen
Tenslotte wordt vol ingezet op scherpere inkoop. Zowel regionaal, landelijk als internationaal worden de krachten verder gebundeld. Het preferentiebeleid van zorgverzekeraars wordt voortgezet en de minister gaat zelf vaker gebruik maken van de mogelijkheid om met fabrikanten te onderhandelen over de prijs voordat een middel vergoed wordt. Door deze scherpere inkoop kan jaarlijks 155 miljoen bespaard worden. Ook wil de minister voor meer duidelijkheid zorgen in welke gevallen apothekers zelf medicijnen mogen maken voor hun patiënten. In een aantal gevallen kan dit leiden tot forse kostenbesparingen zonder dat de kwaliteit van zorg minder wordt. Daarnaast wordt verdere invoering van barcodering van geneesmiddelen gestimuleerd. Hierdoor wordt het voorraadbeheer beter en vermindert de kans op medicatiefouten.