Al enige jaren berekent de SFK voor al haar deelnemers indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteit van de farmaceutische zorg van apotheken. De SFK heeft de berekening van deze kwaliteitsindicatoren aan het begin van dit jaar verder verbeterd door gebruik te maken van pseudoniemen.
Bij de berekeningen van de KISS-indicatoren – KISS staat voor KNMP Indicatoren SetS – kon de SFK zich tot dit jaar alleen baseren op de verstrekkingen in de eigen apotheek. Verstrekkingen aan een patiënt in andere apotheken, bijvoorbeeld dienst- of poliklinische apotheken, werden daarbij niet betrokken. Daarvoor is nu een oplossing, omdat sinds begin dit jaar de SFK in samenwerking met ZorgTTP (www.zorgttp.nl) en de softwareleveranciers pseudoniemen van patiënten ontvangt.
Deze pseudoniemen stellen de SFK binnen de privacyregelgeving in staat om patiënten die verschillende apotheken bezoeken te herkennen als dezelfde persoon. Met garantie voor de anonimiteit van de patiënten betrekt de SFK bij de indicatorberekeningen nu ook verstrekkingen aan patiënten in andere dan alleen de eigen apotheek.
Verbetering scores
Toepassing van pseudoniemen leidt op apotheekniveau tot hogere indicatorscores. De grootste verbetering in de gemiddelde uitkomsten van de indicatoren is te vinden bij de indicator ‘opioïde gebruikers met laxans’. Bij die indicator verhoogden de pseudoniemen de gemiddelde uitkomst bij de meting in het voorjaar van 2018 met 5,4%-punt. Dat betekent dat de SFK per honderd opioïdegebruikers gemiddeld ruim vijf patiënten méér dan voorheen vindt, die naast de opioïde ook een gewenst laxans krijgen. De variatie in de scoreverbetering is groot: bij sommige apotheken gaat de score er meer dan 20%-punt op vooruit.
De indicator met de op één na grootste scoreverbetering is die van maagprotectie bij ouderen die een NSAID gebruiken. Daarbij bedroeg de gemiddelde verbetering 2,7%-punt.
Berekenen
Het gebruik van pseudoniemen leidt nooit tot scoreverlagingen, maar uitsluitend tot (mogelijke) verbeteringen. Dat komt omdat de SFK de score van een indicator berekent door tellers en noemers op elkaar te delen. De noemer geeft weer hoeveel patiënten tot de basispopulatie behoren en de teller hoeveel patiënten daarvan de gewenste behandeling krijgen. Door pseudoniemen kunnen tellers alleen maar groter worden omdat gemiste verstrekkingen van een gewenst middel in andere apotheken altijd bijdragen aan goede behandelingen.
Noemers kunnen alleen maar kleiner worden omdat verstrekkingen aan een patiënt in een andere apotheek ertoe kunnen leiden dat de patiënt niet meer tot de basispopulatie behoort, waar dat eerst wel het geval was. Dit speelt bijvoorbeeld als de basispopulatie bestaat uit patiënten die gestart zijn met een bepaald geneesmiddel. De noemer wordt kleiner als blijkt dat een patiënt met die medicatie in een andere apotheek is gestart. Beide effecten, apart en samen, leiden uitsluitend tot hogere scores.
Achterblijvende scores
Sinds begin van dit jaar ontvangt de SFK pseudoniemen van ongeveer 95% van alle SFK-deelnemers. Voor de SFK is dit voldoende basis om de jaarlijkse en maandelijkse KISS-indicatoren voortaan met behulp van pseudoniemen te berekenen. SFK-deelnemers die, bewust of onbewust, geen pseudoniemen aanleveren hebben een naar verhouding lagere uitkomst op hun indicatorscore. Maar ook apotheken die wel pseudoniemen aan de SFK leveren, profiteren niet optimaal als hun patiënten geneesmiddelen ontvangen in apotheken waarvan de SFK geen pseudoniemen krijgt.
Het is daarom in het belang van een goede kwaliteitsmeting voor de hele sector dat de SFK van zoveel mogelijk, liefst alle, SFK-deelnemers pseudoniemen ontvangt.