Ongeveer twee miljoen Nederlanders gebruiken een cholesterolverlager. Door patentverloop zijn in de afgelopen maanden de kosten voor deze groep middelen aanzienlijk gedaald. De opkomst van twee nieuwe cholesterolverlagers beperkt de daling met een kwart. Dit schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
In de eerste helft van dit jaar verliep het patent van de twee cholesterolverlagers met de meeste geneesmiddelkosten. Het ene middel is rosuvastatine (Crestor), waarvan de kosten via Nederlandse apotheken in 2017 nog € 70 miljoen bedroegen. Dit komt neer op 36% van de € 190 miljoen aan kosten voor alle geneesmiddelen van de groep cholesterolverlagers (atc2 = C10). De kosten zijn op basis van de officiële apotheekinkoopprijzen zonder de vergoeding voor de farmaceutische zorg.
Nadat in februari 2018 generieke varianten op de markt kwamen, zijn de kosten voor rosuvastatine drastisch afgenomen. Uitgaande van de maanden augustus tot en met oktober van 2018 komen de totale kosten voor rosuvastatine op jaarbasis € 56 miljoen lager uit dan in 2017. Dat is een kostenvermindering van 80%. Als rekening wordt gehouden met de volumecomponent – apotheken verstrekten dit jaar een tiende meer aan rosuvastatine – dan komt de reductie nog hoger uit. Bijna 90% van alle rosuvastatine werd in oktober 2018 in de vorm van een generieke variant verstrekt.
Ook van cholesterolverlager ezetimib (Ezetrol), dat in 2003 op de markt kwam, verliep in de eerste helft van 2018 het patent. Het middel komt in aanmerking als statines – de subgroep waartoe rosuvastatine behoort – onvoldoende effect hebben. De totale kosten aan ezetimib bedroegen in 2017 bijna € 43 miljoen. Dat komt neer op 22% van de kosten voor de hele groep cholesterolverlagers.
Nadat generieke varianten van dit middel in mei 2018 beschikbaar kwamen, namen de kosten snel af. Gebaseerd op de maanden augustus tot en met oktober 2018 daalden ze met 58% tot € 18 miljoen.
Omdat apotheken in 2018 ook meer ezetimib verstrekten dan in 2017, valt ook voor ezetimib de reductie feitelijk hoger uit. Ezetimib werd in oktober 2018 voor meer dan 91% in de vorm van een generieke variant verstrekt. Voor rosuvastatine en ezetimib samen dalen dit jaar de kosten met € 81 miljoen.
Evolocumab (Repatha) en alirocumab (Praluent) behoren tot een nieuwe generatie cholesterolverlagers, de pcsk9-remmers. De afkorting staat voor het enzym proproteïne convertase subtilisine/kexine type 9. Beide middelen worden onder voorwaarden vergoed voor hoogrisicopatiënten met een te hoge cholesterolwaarde, waarbij statines in combinatie met ezetimib onvoldoende effect hebben. Ze zijn allebei in injectievorm beschikbaar en worden eenmaal per twee of vier weken toegediend.
Hun gezamenlijke kosten bedroegen in 2017 € 31 miljoen en die nemen sterk toe. Op basis van de maanden augustus tot en met oktober 2018 zijn hun jaarkosten nu € 21 miljoen hoger, namelijk € 52 miljoen.
Vanwege geheime prijsafspraken tussen overheid en leveranciers is niet bekend wat uiteindelijk de kosten zullen zijn.