Ongeveer 900.000 mensen deden in de afgelopen twaalf maanden een beroep op farmaceutische zorg buiten de reguliere openingstijden van apotheken. Voor een deel gaan ze daarvoor naar specifieke dienst¬apotheken. Op meer dan de helft van hun recepten staan antibiotica en pijnbestrijders. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Nederland kent verspreid over het land zo’n kleine veertig specifieke dienstapotheken, die alleen open zijn als ‘gewone’ apotheken dicht zijn. Daarnaast zijn er nog eens ongeveer zestig – vooral poliklinische – apotheken die naast hun farmaceutische zorgactiviteiten op werkdagen overdag, ook in het weekend, ’s avonds en deels ook ’s nachts, voor patiënten klaarstaan.
Omdat de kosten die deze apotheken maken, niet kunnen worden gedekt uit reguliere terhandstellingstarieven mogen deze apotheken hogere tarieven in rekening brengen. Voorwaarde daarbij is wel dat een grote regionale zorgverzekeraar meekijkt in de begroting en exploitatierekening. Het verhoogde tarief is gemaximeerd, zodat patiënten – via verrekening met het eigen risico – niet buitensporig voor spoedzorg moeten betalen. Het maximum voor 2018 is € 45,00 (€ 42,45 exclusief btw).
Apotheken die kunnen aantonen dat ze niet uitkomen met dat tarief, kunnen een aanvullende subsidie bij de landelijke overheid aanvragen. De subsidieregeling, waarvan de SFK niet weet in welke mate apotheken daarvan gebruikmaken, eindigt overigens aan het einde van dit jaar.
Uit cijfers van de SFK blijkt dat in de afgelopen twaalf maanden bij bijna 1,4 miljoen verstrekkingen van receptplichtige geneesmiddelen binnen het basispakket, een diensttarief in rekening is gebracht. Deze tarieven variëren in 2018 van ongeveer € 18,50 tot de eerdergenoemde € 42,45. Van ongeveer 30% van die verstrekkingen is dat tarief minder dan € 25 en van nog eens 30% komt het uit tussen de € 25 en € 30. Van ongeveer 5% is dat meer dan € 42.
Een kwartje per maand
Als de tarieven voor alle verstrekkingen worden getotaliseerd komen de kosten voor 2018 naar verwachting uit op bijna € 40 miljoen. Met dat bedrag wordt in feite de farmaceutische zorgverlening buiten kantooruren gefinancierd. Uitgesmeerd over alle premiebetalende verzekerden komt dit neer op een bedrag van € 0,25 per maand (exclusief btw). In de praktijk valt dit lager uit omdat een onbekend deel van de kosten via het eigen risico alsnog door verzekerden zelf wordt betaald.
Dit geldt naar verwachting zeker voor een deel van de ongeveer een half miljoen mensen die alleen een beroep doen op een apotheek buiten kantooruren en door het jaar heen niet bij een ‘gewone’ apotheek komen. De kosten vallen nog lager uit als er rekening mee wordt gehouden dat mensen het normale terhandstellingstarief (deels met toeslag voor een eerste-uitgiftegesprek) betalen als ze het geneesmiddel wel binnen kantooruren zouden hebben afgehaald.
Meest penicilline
Buiten de kantooruren verstrekken apotheken antibiotica van het penicillinetype het vaakst (16%), gevolgd door de opioïdepijnstillers en NSAID’s (ieder 11%). Gezamenlijk zijn pijnstillers en antibiotica goed voor meer dan 50%.