Dat het aantal onnodige behandelingen in de zorg fors omlaag kan laat het programma Doen of laten in de gezondheidszorg? van Radboudumc zien. Investeringen in voorlichting aan patiënten en scholing van zorgverleners kunnen daar volgens het vandaag uitgebrachte rapport aan bijdragen. ”Dit rapport is een nieuwe aanmoediging om samen invulling te geven aan het vernieuwen van de zorg, waarbij we kritisch kijken naar wat wel en wat niet nodig is. Zowel patiënten als zorgverleners spelen daar een belangrijke rol in”, zegt Petra van Holst, algemeen directeur van ZN.
Meer zorg is niet altijd betere zorg. Door gemotiveerde zorgverleners én geïnformeerde patiënten kan de kwaliteit van zorg verbeteren en de kosten kunnen met vele miljoenen euro’s worden verlaagd. Zo hebben zesentwintig huisartsenpraktijken met patiëntinformatie, scholing en feedback het aantal vitaminebepalingen - bloedonderzoek dat sommige patiënten willen maar meestal niet nodig is - met 20% teruggebracht. Dit is een van de acht projecten die in 2015 is gestart, om niet-gepaste zorg te verminderen in het programma Doen of laten? Het terugdringen van niet-gepaste zorg. Meer dan 200 huisartsen, 38 ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra verspreid over het land werkten hieraan mee.
Met het programma Doen of laten? is kennis opgedaan over de hoeveelheid niet-gepaste zorg in Nederland. Er is een beweging op gang gekomen met als kern dat terughoudendheid bij sommige vormen van zorg nodig is. Om dit gedachtegoed verder te verspreiden en gedragsverandering op de lange termijn te bewerkstelligen op weg naar meer duurzame zorg, staan in het rapport een aantal aanbevelingen. Eén daarvan is gericht op zorgaanbieders, koepelorganisaties en overheid: vergroot de kennis en verander het gedrag van patiënten en zorgverleners. Een groter bewustzijn bij het publiek en zorgverleners over het gebrek aan toegevoegde waarde van niet-gepaste zorg zal het gesprek in de spreekkamer vergemakkelijken.