Vaker ijzertekort bij chronisch gebruik van een protonpompremmer

Chronisch gebruik van een protonpompremmer verhoogt de kans op ijzertekort. Dit blijkt uit een case control-onderzoek op basis van een Engelse database met gegevens van 11 miljoen patiënten.

De casussen waren patiënten van 19 jaar of ouder met een eerste diagnose van ijzertekort en tenminste een voorschrift voor ijzersuppletie. Voor elke case werd een controle gematcht op leeftijd, geslacht en huisartspraktijk.

Van de 26.808 casussen gebruikten 2960 personen continu gedurende tenminste een jaar een protonpompremmer (PPI), 6607 patiënten intermitterend een PPI en 17.239 gebruikten geen PPI. Van de controles waren dit 1091, 5058 respectievelijk 20.657 personen. De adjusted odds ratio voor ijzertekort bij continu gebruik van een PPI in vergelijking met geen gebruik bedroeg 3,60 (95%-BI 3,32-3,91) en bij intermitterend gebruik 1,51 (95%-BI 1,44-1,58).

Het risico op ijzertekort was hoger bij gebruik van het PPI langer dan een jaar. Een hypochloride status is een belangrijke oorzaak van ijzertekort. De relatie tussen atrofische gastritis en partiële gastrectomie is aangetoond, maar of de achloorhydrie door protonpompremmers ook tot een ijzertekort leidt is minder duidelijk. [J Int Med 2019;285:205-14]