Huisartsen hebben de beoogde doelstelling in de afspraken over doelmatiger voorschrijven in 2013 niet gehaald. Dat zou wel het geval geweest zijn, als de landelijke score gelijk zou zijn aan die in de vijf meest doelmatige regio’s.
Minister Schippers van VWS heeft met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) afspraken gemaakt over het doelmatig voorschrijven door huisartsen in 2013. Huisartsen zouden volgens die afspraken in plaats van een singlesource geneesmiddel vaker een multisource geneesmiddel voorschrijven. Laatstgenoemde zijn middelen waarvan (naast het spécialité ook) een of meer generieke varianten beschikbaar zijn. De afspraken hadden betrekking op de volgende zeven geneesmiddelgroepen: statines, protonpompremmers, triptanen, sympathicomimetica voor inhalatie, inhalatiecorticoïden, antidepressiva en de bloeddrukverlagende RAAS-remmers. De afspraken zouden op jaarbasis € 50 miljoen moeten opleveren. Die opbrengst is in 2013 niet gerealiseerd. De SFK berekende dat het resultaat bleef steken op € 26,6 miljoen.
Berekeningsprotocol
De toetsing van de afspraak is uitgevoerd op basis van een protocol dat VWS en LHV – met ondersteuning van SFK – zijn overeengekomen. Volgens dit protocol is er sprake van een opbrengst als de huisartsen binnen de geselecteerde groepen vaker een multisource geneesmiddel voorschrijven dan in de eerste helft van 2012. De opbrengst wordt bepaald door het verschoven volume – gemeten in standaarddagdoseringen (DDD) – te vermenigvuldigen met het prijsverschil per DDD tussen singlesource en multisource geneesmiddelen in de betreffende geneesmiddelgroepen.
Aandeel multisource
Aan het begin van 2013 bedroeg het aandeel van de multisource geneesmiddelen binnen de geselecteerde groepen 88%. Eind 2013 kwam dit uit op bijna 91%. Deze toename kan vrijwel geheel aan patentverloop worden toegeschreven en niet aan het voorschrijfbeleid van huisartsen. Het aandeel multisource geneesmiddelen is namelijk vooral gestegen door die geneesmiddelen die aan het begin van het jaar singlesource waren en aan het einde daarvan multisource. Multisource geneesmiddelen waren, binnen de geselecteerde groepen, in heel 2013 verantwoordelijk voor 88,5% van het gebruik en voor slechts 41,0% van de kosten. Daardoor leidt, hoewel het aandeel multisource al relatief hoog is, ook een beperkte verbetering daarvan toch tot een aanmerkelijk hogere opbrengst.
Beste regio’s
Er zijn tussen de regio’s relatief grote verschillen in het aandeel door huisartsen voorgeschreven multisource geneesmiddelen. Zo scoorde Zwolle over 2013 een gemiddeld aandeel van 91,1%, terwijl dat in Zuid-Limburg 86,5% was. De vijf best scorende regio’s haalden een gemiddeld percentage van 90,3%. Als dit de score zou zijn geweest voor de gemiddelde Nederlandse huisarts, dan was de opbrengst ruim 30 miljoen hoger geweest en de doelstelling van de minister en de LHV ruimschoots behaald.