Deze derde herziening van de NHG-Standaard Hoofdpijn bespreekt vier soorten hoofdpijn: spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn en clusterhoofdpijn. Bij een patiënt kunnen ook meerdere vormen van hoofdpijn voorkomen; dit wordt niet altijd herkend. Van belang is dat elk type hoofdpijn een andere benadering vraagt.
Daarnaast noemt de standaard kort enkele voorbeelden waarbij hoofdpijn een symptoom is van een ernstige aandoening waarbij de patiënt direct of op korte termijn naar de tweede lijn verwezen moet worden. In de standaard is meer aandacht voor: preventieve behandeling van migraine en clusterhoofdpijn, hoofdpijn bij kinderen, preventie van medicatieafhankelijke hoofdpijn en meer aandacht voor de follow-up van patiënten met hoofdpijn.
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de versie zijn:
- In deze standaard is meer aandacht voor hoofdpijn bij kinderen.
- De standaard maakt onderscheid tussen aandoeningen waarbij beoordeling door de huisarts op (zeer) korte termijn plaatsvindt en aandoeningen waarbij verwijzing op korte termijn plaatsvindt.
- Bij spanningshoofdpijn bepalen de ernst en de frequentie van de klachten het beleid.
- De term ‘medicatieovergebruikshoofdpijn’ vervangt de term ‘middelengeïnduceerde hoofdpijn’. Deze aandoening vergt een actieve preventie en aanpak.
- Er is meer aandacht voor preventieve behandeling van migraine en clusterhoofdpijn met meer behandelingsmogelijkheden.
- Het hoofdpijndagboek is aangepast en kan als hulpmiddel dienen ter ondersteuning van de diagnostiek en voor de monitoring van de behandeling.
De kernboodschappen zijn:
- Stel de diagnose spanningshoofdpijn, migraine, medicatieovergebruikshoofdpijn en clusterhoofdpijn op basis van de anamnese.
- Migraine en chronische spanningshoofdpijn zijn chronische aandoeningen, waarbij voorlichting en controles, in overleg met de patiënt, van belang zijn.
- Behandel migraine bij het begin van de hoofdpijnfase van de aanval.
- Let bij de medicamenteuze behandeling van spanningshoofdpijn en migraine op de frequentie van het gebruik van de aanvalsmedicatie in verband met het risico op medicatieovergebruikshoofdpijn.
- Wanneer de patiënt met spanningshoofdpijn een hoge lijdensdruk ervaart en minder kan functioneren door de hoofdpijnklachten, is er mogelijk sprake van SOLK (somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten).