Bijna één op de drie kinderen heeft te weinig vitamine D. Bij kinderen van onder andere Marokkaanse, Surinaamse, Turkse en Kaapverdische afkomst gaat het zelfs om meer dan de helft van de kinderen. Kinderen met een vitamine D tekort eten minder gezond, kijken meer televisie en spelen minder buiten dan kinderen met gezonde vitamine D waarden. Dat schrijven onderzoekers van het Erasmus MC in het aprilnummer van het wetenschappelijke tijdschrift The Journal of Nutrition. Zij baseren hun onderzoek op gegevens uit de grootschalige Generation R Studie in Rotterdam.
Vitamine D is zowel een voedingsstof als een hormoon en zit in voedingsmiddelen zoals vette vis, halvarine en margarine, maar het lichaam kan het ook zelf aanmaken wanneer de huid voldoende zonlicht krijgt. Een getinte of donkere huid maakt minder snel vitamine D aan. Vitamine D zorgt voor gezonde sterke botten en tanden en de ontwikkeling van het afweersysteem. Ook verkleint het mogelijk de kans op het ontwikkelen van astma en allergieën bij kinderen. In Nederland adviseert de Gezondheidsraad om aan kinderen tot vier jaar dagelijks tien microgram extra vitamine D te geven en dit ook na vier jaar te blijven doen bij kinderen met een donkere huid of onvoldoende blootstelling aan zonlicht. “Onze resultaten bevestigen dat dit advies nodig is, want 30 procent van de zesjarige Rotterdamse kinderen die wij onderzochten heeft te weinig vitamine D in hun bloed”, zeggen auteurs Edith van den Hooven en Trudy Voortman van de afdeling Epidemiologie van het Erasmus MC.
Van den Hooven: “Daar komt bij dat van de niet-westerse kinderen, waaronder kinderen uit Kaapverdië, Marokko, Nederlandse Antillen, Suriname en Turkije, maar liefst 55 procent onvoldoende vitamine D heeft. Dat wil zeggen een concentratie onder de 50 nmol/L vitamine D in hun bloed. Bij ruim zes procent van alle kinderen en bijna 20 procent van de niet-westerse kinderen gaat het zelfs om een ernstig vitamine D tekort in het bloed met concentraties onder de 25 nmol/L.” Kinderen die in de winter waren onderzocht hadden ook veel vaker een vitamine D tekort dan degenen die in de zomer waren onderzocht.
Het verschil tussen de Nederlandse kinderen en kinderen met een andere etnische afkomst is groot. Dit kan liggen aan hun getinte huidskleur, maar ook aan een andere leefstijl. Voortman: “Kinderen met voldoende vitamine D waarden keken minder televisie, hadden een gezonder eetpatroon op jongere leeftijd, speelden meer buiten en fietsten vaker naar school dan kinderen met een vitamine D tekort. Ondanks het advies van de Gezondheidsraad om aan alle kinderen tot vier jaar vitamine D supplementen te geven, kreeg minder dan de helft van de kinderen uit de Generation R Studie op eenjarige leeftijd extra vitamine D. We adviseren ouders om hierop alert te zijn. Door het advies op te volgen, verkleinen zij het risico op vitamine D tekort bij hun kinderen en mogelijke gezondheidsklachten op latere leeftijd.” Vervolgstudies moeten uitwijzen of de vitamine D waarden van de kinderen inderdaad samenhangen met specifieke gezondheidsverschijnselen.
De onderzoekers gebruikten de gegevens van meer dan 4000 kinderen uit de Generation R Studie, waarvan de vitamine D concentraties in het bloed werden gemeten op zesjarige leeftijd tussen maart 2008 en januari 2012. Generation R is een grootschalige bevolkingsstudie naar de groei, ontwikkeling en gezondheid van 10.000 kinderen in Rotterdam. De kinderen worden vanaf de vroege zwangerschap tot hun jongvolwassenheid gevolgd. De publicatie is online terug te vinden op de website van wetenschappelijke tijdschrift The Journal of Nutrition.