Statines remmen het vermogen van spiercellen om energie te produceren. Twintig procent van de mensen die deze cholesterolverlagende statines gebruikt heeft daardoor last van spierpijn. In een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Cell Metabolism tonen onderzoekers van het Radboudumc aan dat juist de niet-werkzame vorm van de statines die spierpijn veroorzaakt. Die vinding opent de weg naar nieuwe mogelijkheden om de spierpijn te verminderen of te voorkomen.
Statines zijn cholesterolverlagende medicijnen die dagelijks door ruim anderhalf miljoen Nederlanders worden gebruikt. Op dit moment behoren ze tot de medicijnen die het meest worden voorgeschreven. Statines verlagen het cholesterol in het bloed, waardoor de kans op hart- en vaatziekten kleiner wordt.
Spierpijn belemmert optimale behandeling
De meest voorkomende bijwerking van statines is spierpijn. Hoewel het in een enkel geval kan leiden tot ernstige spierafbraak heeft verreweg de grootste groep (twintig procent van alle gebruikers) last van spierpijn zonder spierschade. Toch belemmert deze spierpijn het dagelijks functioneren. Frans Russel, hoogleraar farmacologie-toxicologie en leider van het onderzoek: “In veel gevallen zorgt die spierpijn ervoor dat patiënten de statines af en toe niet innemen. Om de soms ernstige klachten te verminderen wordt ook vaak de dosis verlaagd. In beide gevallen leidt dat tot een minder effectieve behandeling.”
Het onderzoeksteam van het Radboudumc toont nu aan dat de functie van de mitochondriën wordt geremd. Het team laat dat niet alleen in spiercellen zien, maar ook in de spieren van de groep patiënten met spierpijn na statinegebruik. Maar hoe ontstaat dat probleem dan precies?
Lacton is de boosdoener
Tom Schirris, onderzoeker en eerste auteur van het artikel in Cell Metabolism legt uit: “In het lichaam komen statines in twee chemische vormen voor; als zuur en als lacton. Beide vormen kunnen in elkaar overgaan, maar alléén de zuurvorm zorgt voor de cholesterolverlaging. De lactonvorm doet dat niet. In ons onderzoek zien we verder dat juist de niet-werkzame lactonvorm de spierklachten geeft en niet de zuurvorm.”
De conclusie is dus, dat de spierklachten ontstaan doordat de lactonvorm de werking van de mitochondriën aantast. Mitochondriën zijn de energiecentrales van de cel. Ze zetten voeding om in biobrandstof voor onze cellen. Bijna alle cellen in ons lichaam bevatten mitochondriën. Vooral cellen van organen die heel veel energie verbruiken - zoals hart, lever, hersenen en spieren - bevatten heel veel mitochondriën.
Adem benemend
Nader onderzoek laat zien dat de lactonvorm een essentieel onderdeel van de energieproductie in die mitochondriën remt. Russel: “Het gaat om de ademhalingsketen in de mitochondriën, de keten waarin de cel door verbruik van zuurstof energie genereert. Die wordt sterk belemmerd. Verder tonen we ook aan dat de statines gedurende de behandeling ophopen in de spier. De stapeling van statines draagt verder bij aan de remming van de optimale werking van de mitochondriën.”
Schirris: “De resultaten van onze studie maken het mogelijk om onderdelen van deze ‘statinestofwisseling’ nog verder te gaan ontrafelen. Daar zitten nog een aantal andere aspecten aan die erg interessant zijn om verder uit te zoeken. Verder gaan we, nu we het moleculaire mechanisme hebben gevonden dat de spierpijn veroorzaakt, ook gericht zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de spierpijn te verminderen of te voorkomen.”
Cholesterolverlagers
Op dit moment zijn statines de meest gebruikte cholesterolverlagende geneesmiddelen die wereldwijd door meer dan honderd miljoen mensen worden gebruikt. Ze verminderen de aanmaak van cholesterol in de lever door het remmen van het enzym HMG-CoA reductase. Hierdoor verlagen de statines erg effectief het cholesterolniveau in het bloed. Reden waarom ze door vrijwel iedereen met verhoogd risico op hart- en vaatziekten worden gebruikt. In Nederland zijn simvastatine en atorvastatine de meest gebruikte statines. Daarnaast worden ook pravastatine, fluvastatine en rosuvastatine gebruikt.
Bijwerkingen onderschat
Bij de introductie van statines in 1978 werd het risico op spierklachten geschat op 0,01 tot 0,1 procent. Nu, bijna vier decennia later, is bekend dat de mildere spierklachten voorkomen bij ruim twintig procent van alle gebruikers. De spierklachten variëren van stijfheid in armen en benen tot flinke spierpijn die mensen belemmert in hun dagelijkse activiteiten. Voor deze spierpijn zijn als risicofactoren onder andere genoemd het type statine, leeftijd, geslacht, opname en metabolisme in de lever, etniciteit en het gelijktijdig gebruik van andere medicatie.
Tot op heden werd de remming van de mitochondriële functie voornamelijk toegeschreven aan de verminderde aanwezigheid van bouwstenen van de cel, waarbij cholesterol nodig is voor de productie. Een voorbeeld hiervan is co-enzym Q , een vrij verkrijgbaar voedingssupplement, waarvan gedacht wordt dat het helpt bij spierklachten door statinegebruik. De gunstige effecten hiervan zijn echter maar zeer beperkt.