Nederland staat aan het begin van een nieuwe fase in de aanpak van hiv: het bereiken van nul nieuwe hiv-infecties. Dit blijkt uit vandaag bekend gemaakte cijfers van Stichting Hiv Monitoring.
“Nederland kan het eerste land ter wereld worden met nul nieuwe hiv-infecties. De nieuwe hiv-cijfers laten zien dat we daar een goede uitgangspositie voor hebben. Dit hebben we bereikt door de inzet van velen: hiv-behandelcentra, GGD’en, huisartspraktijken, onderzoekers en gemeenschappen. De nieuwe fase is wel een enorme uitdaging, het vraagt om nieuwe methodes en een andere aanpak, met meer regionaal maatwerk. Ook politiek draagvlak is hiervoor nodig. Daarnaast moet de toegang tot de hiv-preventiepil PrEP verbeterd worden. Een einde maken aan de hiv-epidemie in Nederland is mogelijk en noodzakelijk, anders komt het virus altijd terug” stelt Mark Vermeulen, directeur Aidsfonds-Soa Aids Nederland.
Hiv-epidemie nog niet opgelost
De meeste mensen met hiv in Nederland kennen hun hiv-status, worden behandeld met medicijnen en hebben een onderdrukt hiv-virus, meldt Stichting Hiv Monitoring. Dat betekent dat zij net zo lang en gezond leven als anderen en het virus niet meer door kunnen geven. Het aantal nieuwe hiv-diagnoses in 2019 is opnieuw verder gedaald naar 580, het jaar daarvoor waren het er 664.
Daarmee is de hiv-epidemie nog zeker niet opgelost. Naar schatting 1.730 mensen met hiv kennen hun hiv-status niet. Mensen die langer rondlopen met een onbehandelde hiv-infectie hebben meer kans op langdurige gezondheidsschade. Mensen die niet weten dat ze hiv hebben en wiens virus niet onderdrukt wordt, kunnen onwetend hiv verder overdragen. De gemiddelde tijd tussen hiv oplopen en de diagnose wordt in 2019 geschat op 2,6 jaar. Nog steeds komen veel mensen met hiv te laat in zorg: 66% van de heteromannen, 58% van de vrouwen en 39% van de mannen die seks hebben met mannen. In 2019 zijn 18 mensen in Nederland overleden aan aids, veelal omdat te laat ontdekt is dat ze hiv hebben.
Laatste stappen
Bij het tijdig vinden van mensen die hun hiv-status niet kennen en het voorkomen dat hiv verder wordt overgedragen gaat het steeds minder om grote aantallen, maar om kleine groepen. Naast het voortzetten van voorlichting, preventie en zorg voor iedereen, is het nu zoeken waar, hoe en met wat we die kleinere groep het beste kunnen bereiken. In elk geval betekent dit: inzoomen op regio’s, steden en wijken.
Regionaal maatwerk nodig
Voor het eerst publiceert Stichting Hiv Monitoring hiv-cijfers per stad en regio. Die laten zien dat 43% van de mensen met hiv leven in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Dit betekent ook dat meer dan de helft van de mensen met hiv buiten die steden leeft. De uitdagingen in de aanpak van hiv kunnen verschillen per regio.
Het is belangrijk dat in elke stad en regio relevante partijen in de aanpak van hiv gezamenlijke acties ondernemen.
Om dit te stimuleren heeft Aidsfonds-Soa Aids Nederland de beweging Nederland naar 0! geïnitieerd. Aidsfonds biedt aan regio’s een budget aan om met lokale partijen actie te ondernemen. Advies en ondersteuning daarbij komt van de experts van Soa Aids Nederland.
Toegang tot PrEP moet breder
Om nul nieuwe hiv-infecties te behalen in Nederland is er nu een belangrijk nieuw preventiemiddel beschikbaar: PrEP. Deze pil, die je dagelijks inneemt, voorkomt een hiv-infectie. Het is essentieel dat iedereen met verhoogd risico toegang heeft tot PrEP. In de tweede helft van 2019 is een landelijke proef gestart met PrEP, met een beperkte capaciteit per GGD in elke regio.
Cijfers van Stichting Hiv Monitoring laten nog niet zien of dit leidt tot een snellere daling van nieuwe hiv-infecties. Uit de praktijk is echter nu al wel duidelijk dat de interesse voor PrEP groot is en dat de capaciteit van de landelijke PrEP-proef binnenkort in zijn geheel benut wordt. Nu al zijn er regio’s die nee moeten verkopen tegen mensen voor wie PrEP een goede preventie optie is.