Het totaal aan eigen bijdragen bedroeg in 2021 € 80 miljoen, € 14 miljoen meer dan in 2020. Sinds 2019 heeft de overheid de eigen bijdrage gemaximeerd op € 250 per persoon per jaar. Vorig jaar werden 63.000 mensen door deze regeling geholpen.
Voor geneesmiddelen die vanuit de basisverzekering worden vergoed (het geneesmiddelenvergoedingssysteem, GVS) zijn door de overheid vergoedingslimieten vastgesteld. Als de prijs van een geneesmiddel hoger is dan deze limiet moet de gebruiker het verschil bijbetalen; dit wordt de eigen bijdrage of GVS-bijdrage genoemd. Deze bijdrage moet niet worden verward met het eigen risico van de zorgverzekering: deze komt er bovenop. In 2021 betaalden 2,4 miljoen geneesmiddelgebruikers een eigen bijdrage.
Voor de meeste verzekerden was de bijbetaling laag: driekwart betaalde maximaal € 10 bij. Voor sommigen kan de GVS-bijdrage wel heel hoog zijn en daarom geldt sinds januari 2019 een maximale bijbetaling van € 250 per persoon per jaar. Alles boven dit bedrag komt alsnog voor rekening van de zorgverzekeraar. In 2021 gold dit voor 63.000 verzekerden, waarmee € 35 miljoen voor rekening van de zorgverzekeraar kwam. In totaal werd vorig jaar € 80 miljoen aan GVS-bijdragen betaald. Drie ADHD-middelen – dexamfetamine, methylfenidaat en lisdexamfetamine – vormden met € 46 miljoen aan GVS-bijdragen samen meer dan de helft van het totaal aan eigen bijdragen. In 2020 was dit nog € 39 miljoen. Op last van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd verschoof het gebruik van dexamfetamine van apotheekbereidingen zonder bijbetaling naar een geregistreerd product met bijbetaling.
Drie ADHD-middelen goed voor meer dan de helft van de eigen bijdragen
Ook het gebruik van lisdexamfetamine – sinds 2019 op de markt als geregistreerd product met bijbetaling – nam in 2021 toe. Voor beide middelen overschrijdt de gemiddelde bijbetaling per persoon de € 250.
Terugbetaalregelingen
Voor sommige geneesmiddelen hebben de fabrikanten een terugbetaalregeling ontwikkeld, waarmee patiënten (een deel van) de GVS-bijbetaling kunnen terugkrijgen. Fabrikanten profiteren echter ook van de maximeringsregeling, omdat zij gebruikers nog maar voor maximaal € 250 hoeven te compenseren. De SFK heeft geen zicht op het daadwerkelijke gebruik van de terugbetaalregelingen.