40.000 mensen geholpen door tijdelijke toestemming In de eerste helft van 2022 verstrekten openbaar apothekers bijna 80.000 keer een geneesmiddel waarvoor de IGJ tijdelijk toestemming had gegeven. De SFK schat in dat deze middelen bijna twee keer zo duur zijn als de reguliere geneesmiddelen. Dat schrijft de SFK deze week in het Pharmaceutisch Weekblad.
Als een tekort ontstaat van een noodzakelijk geneesmiddel waarbij onvoldoende alternatieven verkrijgbaar zijn, kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) besluiten om tijdelijk toestemming te geven voor het betrekken van alternatieve geneesmiddelen uit andere EU-lidstaten (inclusief het Verenigd Koninkrijk) of uit één van de MRA -landen.
Voor deze middelen hoeft geen artsenverklaringenadministratie bijgehouden te worden. Het gaat dan meestal om alternatieven met dezelfde werkzame stof, sterkte en toedieningsvorm als het geneesmiddel waar een tekort aan is. Deze - in Nederland niet geregistreerde - geneesmiddelen kunnen worden aangemeld voor opname in de G-Standaard in de productgroep Tijdelijke toestemming. Hierdoor kan medicatiebewaking plaatsvinden en is het declaratieverkeer transparant.
De IGJ-toestemming is tijdelijk en in de praktijk wordt de toestemming vaak voor een paar maanden verleend. De lijst met meest verstrekte middelen verschilt dan ook van maand tot maand. Zo werden in juni 2022 hydrochloorthiazide tabletten het vaakst uit het buitenland betrokken en een jaar eerder de fenprocoumon tabletten. Echter, van de verschillende werkzame stoffen die apothekers in juni van dit jaar verstrekten, stond ruim 70% van de stoffen een jaar eerder ook op de lijst.