Uit de monitor 2017 blijkt voor het eerst dat het bevolkingsonderzoek beter darmkanker kan opsporen dan verwacht. Daarnaast blijft de deelname in de eerste en de vervolgronden hoog.
Deelnemers worden eens in de twee jaar uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek. Er is een kleine kans dat er na de eerste deelname geen aanwijzingen zijn van (voorlopers van) darmkanker, maar dat een deelnemer in de twee jaar voor de volgende deelname toch darmkanker blijkt te hebben. Bij de start van het bevolkingsonderzoek is berekend dat de ontlastingstest ongeveer 75% van alle deelnemers die darmkanker hebben, zou opsporen. Voor de deelnemers uit 2014 blijkt dit percentage hoger te liggen. De ontlastingstest heeft toen 85% van de deelnemers die darmkanker hebben, in de eerste ronde opgespoord.
Na een eerste deelname blijven mensen ook aan de vervolgronden meedoen (75,1%). Blijven meedoen aan het bevolkingsonderzoek is belangrijk om poliepen of kanker in een vroeg stadium op te sporen. Zoals verwacht worden in de tweede ronde wel minder vaak (voorlopers van) darmkanker gevonden.
Vorig jaar hebben 1.411.998 (72,7% van de genodigden) mensen deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker in 2017. Bij 4.203 deelnemers is na vervolgonderzoek darmkanker ontdekt. Bij 23.220 deelnemers zijn mogelijke voorlopers van darmkanker verwijderd. Door voorlopers te verwijderen wordt voorkomen dat darmkanker ontstaat. Als darmkanker vroeg wordt ontdekt, is de kans groter dat de behandeling succes heeft. De behandeling is vaak ook minder zwaar.
Het bevolkingsonderzoek darmkanker valt onder de regie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De jaarlijkse monitoring van het bevolkingsonderzoek darmkanker wordt in opdracht van het RIVM verricht door Erasmus MC en het NKI/Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Het doel van de monitor is om de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek darmkanker te bewaken en te verbeteren.