In no time is in Nederland onderzoek naar covid-19 uit de grond gestampt. Wat wordt er onderzocht en hoe snel krijgen initiatiefnemers toestemming?
In een verbluffend tempo worden in Nederland en daarbuiten trials op touw gezet naar de beste behandeling van covid-19 en naar risicofactoren op het krijgen van de ernstige vorm van de ziekte. De druk op de medisch-ethische toetsingscommissie (METC’s) is dan ook flink toegenomen. Om die reden heeft de METC van het VUmc een spoed-subcommissie in het leven geroepen. In deze commissie is èn de voorbereidingstijd èn het aantal leden beperkt, al zijn de verplichte WMO-disciplines nog altijd vertegenwoordigd. Volgens Rien Janssens, ethicus en lid van de VUMC-METC mag deze aanpassing echter niet ten koste gaan van de grondigheid van de toetsing. ‘Ondanks de grote urgentie van dit soort onderzoeken sluiten wij geen compromissen met ethische principes, en zeker niet met de wet. Omdat we de noodzakelijkheid wel meewegen kan het zijn dat we aan bepaalde kleine dingen, zoals administratieve details, minder zwaar tillen dan bij de reguliere aanvragen.’
Volgens Janssens valt er veel te leren van deze unieke situatie. ‘Wij komen er nu achter: als het ècht moet, kunnen dingen opeens toch wel heel snel opgezet worden. Voor ons is dit daarom een mooi leerproces. En je kunt je natuurlijk afvragen of alle facetten van het reguliere toetsingsproces wel essentieel zijn, als blijkt dat deze versnelde procedure net zulke goede resultaten geeft. Of dit ook daadwerkelijk zo is, moet later blijken als de crisis voorbij is. Dan kunnen we dit gaan evalueren. Het zijn voor onderzoekers en voor onszelf zeer spannende tijden waar we ongetwijfeld veel lering uit gaan trekken.’