In Nederland is het gebruik van anticonceptie al jaren hoog. Net als tien jaar geleden gebruikte in 2013 twee derde van de vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar een methode om een zwangerschap te voorkomen. De meeste zijn aan de pil. Het gebruik daarvan is echter afgenomen, het spiraaltje daarentegen wint terrein.
Pil nog altijd populairst
Van alle methoden om een zwangerschap tegen te gaan, wordt de pil het meest gebruikt. In 2013 gebruikte zo’n 37 procent van de vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar de pil. Vooral onder vrouwen van 18 tot 25 jaar is deze vorm van anticonceptie populair; ruim 6 op de 10 jonge vrouwen slikten de pil.
Toename spiraaltje
Het pilgebruik is de afgelopen jaren gedaald, in 2003 slikte nog 41 procent van de vrouwen de pil. Vooral onder 25- tot 35-jarige vrouwen daalde het gebruik van dit anticonceptiemiddel, met 10 procentpunten. Sterilisatie verloor ook terrein. In 2013 lag het aandeel gesteriliseerden onder vooral de partners van vrouwen lager dan in 2003.
Het gebruik van een spiraaltje als geboorteregelende methode nam in de afgelopen tien jaar juist toe. Van 4 procent onder de 18- tot 45-jarige vrouwen in 2003 naar 12 procent in 2013.
Helft alleenstaanden past geboorteregeling toe
Het hebben van een vaste relatie heeft veel invloed op het toepassen van een geboorteregelende methode. Ruim 70 procent van de vrouwen van 18 tot 45 jaar met een relatie gebruikte in 2013 een methode van geboorteregeling. Daarnaast was 10 procent zwanger of wilde zwanger worden, was 8 procent onvruchtbaar en gebruikte 9 procent om andere redenen geen methode.
Van de vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep die in 2013 geen vaste partner hadden, paste ruim 50 procent een methode toe tegen ruim 40 procent in 2003. Ongeveer 10 procent was onvruchtbaar en een derde gebruikte geen methode. Dit laatste geldt voor alle leeftijdsgroepen.